Hechtingsstoornis

Oorzaken: Kinderen die in hun vroege jeugd ervaringen hebben meegemaakt waarin de emotionele hechting aan hun ouders niet goed is gegaan, kunnen een hechtingsstoornis ontwikkelen. Deze stoornis kent vele gradaties in zwaarte. Soms is er heel goed mee te leven voor de ouder en het kind en soms kan het leiden tot extreem geweld en uithuisplaatsing. De grote achterliggende reden voor deze stoornis is, dat het kind is teleurgesteld in de hechting aan de eerstverzorgende ouder. Hierdoor "leert" het kind heel snel, dat het voor zichzelf moet zorgen en absoluut niet kan vertrouwen op volwassenen. De oorzaken en omstandigheden die leiden tot deze stoornis zijn onder andere:

Algemene problematiek: De problemen met kinderen die niet zijn gehecht komen heel zwaar op het bordje van de eerstverzorgende ouder terecht. Deze persoon, meestal de moeder, heeft het niet gemakkelijk. Het komt vaak voor, dat het kind tegen moeder agressief en absoluut onredelijk is. Maar, zodra iemand anders in de buurt komt, verandert het kind op slag naar een modelkind. Als het kind logeert bij familie of vrienden doen zich nooit problemen voor. Als moeder dan later klaagt over het gedrag van het kind  naar bv de partner of de eigen ouders, dan wordt moeder niet begrepen. In sommige gevallen leidt dit tot onenigheid binnen families die zover kan oplopen, dat moeder helemaal alleen komt te staan. "Het kind heeft geen problemen, dus het zal wel aan de moeder liggen" is vaak de stelling van omstanders, waaronder ook psychologen en psychiaters. Niemand ziet de ware problemen van moeder. Vaak storten moeders in, omdat hun liefde naar het kind ook niet oneindig is. Het kind wordt dan uithuis geplaatst en functioneert geweldig in een instituut. Ook dit "bevestigt" dat moeder fout is.    MAAR: Het kind zet zich af tegen iemand die emotioneel te dicht bijkomt en gaat dan van zich afslaan. Zijn gedachte en lering in dit leven is: "Hechten aan iemand is later weer onthechten en dat doet pijn. Dus, liefde doet pijn. Conclusie: Niet hechten dus.....".  En als iemand te dichtbij komt, dan ga je gewoon slaan, schoppen, schelden, spugen, liegen, weglopen, mensen tegen elkaar opstoken, dreigen met zelfmoord etc. Net zolang tot je weer de volledige controle hebt over je omgeving en je leven, dan voel je je weer veilig.

Kenmerken: De kenmerken van het geen bodem syndroom / hechtingsstoornis overlappen met vele kenmerkenlijstjes. Verwisseling met verschillende andere syndromen komt regelmatig voor. Door de psycholoog en de psychiater worden regelmatig foute diagnoses gesteld, die leiden dan tot een foute therapie. Deze foute therapie lost de problemen niet op, maar veroorzaakt vaak  zelfs verergering. De meest in het oogspringende kenmerken zijn:

Conclusie: Al deze dingen doet het kind maar om 1 reden. Die reden is: de ouder testen of die nog voldoende van hem houdt om hem ondanks dit gedrag nog lief te hebben. Als de ouder boos wordt, wordt de afwijzing steeds opnieuw bevestigd, dat het dus nog onveilig is om te hechten aan deze ouder. De weerstand zal toenemen. Blijft de ouder echter lief en geduldig reageren, dan zal het kind steeds ernstiger zaken uit gaan halen, om toch bevestigd te worden in zijn negatieve gedachtegang. Deze vicieuze cirkel is voor de eerstverzorgende ouder heel moeilijk vol te houden zonder steun uit de directe omgeving.

Lees voor het gevoel van het kind het gedicht  "Luister alsjeblieft naar wat ik NIET zeg"

Gradaties: Binnen de omschrijving van hechtingsstoornis komen veel verschillende gradaties voor. Soms mild en soms heel extreem. Uit de praktijk blijkt, dat de meeste TBS-patiënten (opgenomen in een justitiële inrichting), lijden aan een vorm van hechtingsstoornis.

 

Foute diagnose, verwisseling en overlapping komt vaak voor met:

 

www.nieuwetijdskinderen.org